Uitspraak in de zaak Themis
Vandaag heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao vier verdachten veroordeeld wegens deelname aan de criminele organisatie No Limit Soldiers (NLS).
De vier maakten vanaf 2015 deel uit van de organisatie, die zich bezig hield met drugshandel, geweldsdelicten, waaronder (poging tot) moord, en het witwassen van criminele winsten. Het bewijs tegen de verdachten bestaat voor een belangrijk deel uit zogeheten PGP (Pretty Good Privacy) gesprekken, die in Nederlandse opsporingsonderzoeken bij de providers van PGP diensten in het buitenland in beslag genomen zijn. Het gerecht heeft beslist dat de inbeslagname van deze PGP gesprekken rechtmatig was, en gebruikt deze als bewijs tegen de verdachten.
Het Gerecht heeft de 42-jarige R.L. veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien jaar voor zijn deelname aan de organisatie, het uitlokken van een moordaanslag op het Franse deel van St. Maarten en het vervoeren van twee partijen van in totaal 200 kilo cocaïne vanuit het Caribisch gebied naar Frankrijk. L. is vrijgesproken van het uitlokken van de liquidatie van een andere persoon, omdat zijn aandeel niet in verband kan worden gebracht met de uiteindelijke aanslag. Daarom legt het Gerecht een lagere straf op dan de tweeëntwintig jaar die door de officier van justitie was geëist. Het bij L. aangetroffen geldbedrag wordt verbeurd verklaard.
De 50-jarige C.L. kreeg acht jaar opgelegd vanwege zijn rol als financiële man van de organisatie. Hij beheerde de opbrengsten van de drugshandel en kocht daarmee onder meer onroerend goed op Curaçao. Ook was hij betrokken bij drugshandel. Er zijn in de loop der jaren vele miljoenen door zijn handen gegaan. Zijn woning, een auto, sieraden en geld worden verbeurd verklaard. De officier van justitie heeft tegen hem ook nog een vordering tot ontneming aangekondigd. Deze zal op een later moment worden behandeld.
De 37-jarige S.P. is voor haar deelname aan de organisatie veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. Zij heeft de afpersing van een zakenman uitgelokt. Ook was zij betrokken bij drugshandel. Daarnaast was zij betrokken bij de betaling van de schutters van een geslaagde moordaanslag op het Nederlandse deel van St. Maarten, op een persoon die er door de organisatie van werd verdacht betrokken te zijn bij de moord op de vriendin van een van haar leiders. Van de uitlokking van die moordaanslag zelf wordt P. vrijgesproken, omdat niet kan worden bewezen dat zij vooraf wist dat die moordaanslag zou plaatsvinden. Ook haar straf is daarom lager dan de veertien jaar die door de officier van justitie was geëist.
De 35-jarige A.E. kreeg eenentwintig maanden voor zijn deelname aan de organisatie en witwassen. Hij bracht geld rond om te voorzien in het levensonderhoud van gevangengenomen leden van de organisatie en familieleden en vrienden. Het bij hem aangetroffen geldbedrag wordt verbeurdverklaard. De veroordeelde was in de loop van het proces in vrijheid gesteld. Gelet op de hoogte van zijn straf hoeft hij niet terug naar de gevangenis. De andere drie veroordeelden blijven gedetineerd in afwachting van eventueel hoger beroep.
15 August 2018
Celstraffen voor oplichting in mondkapjeszaken
Willemstad – Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft vandaag een oud-minister van Gezondheid, Milieu en Natuur, haar echtgenoot en een voormalige vriend van die echtgenoot voor oplichting tot celstraffen veroordeeld. Een beleidsmedewerkster van de oud-minister werd van alle beschuldigingen vrijgesproken.
Onderzoek Dubnium
De uitspraak van het Gerecht heeft betrekking op een onderzoek dat luistert naar de naam “Dubnium” en gericht is op de gebeurtenissen rondom de aankoop van 40.000 mondkapjes door Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (hierna: BZV) in 2012.
Het Gerecht heeft vandaag bewezen verklaard dat daarbij sprake was van oplichting en witwassen. Volgens het Gerecht is de verdachte J.C., in de tijd dat zij minister van Gezondheid, Milieu en Natuur was, meegegaan in het plan van haar echtgenoot ervoor te zorgen dat veel geld kon worden verdiend aan de aanschaf van mondkapjes. Volgens het Gerecht is het ook Constancia geweest die het mondkapjesproject bij BZV heeft geïntroduceerd. De echtgenoot van Constancia heeft vervolgens een vriend betrokken in het plan. Er werd een eenmansbedrijf met een Chinese naam ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en er werd zowel een offerte als een factuur opgesteld voor de levering van mondkapjes. De offerte en de factuur gingen uit van een buitenproportioneel hoog bedrag, maar werden – kennelijk door toedoen van Constancia – bij BZV klakkeloos geaccepteerd.De gebruikelijke procedures werden overgeslagen en het geldbedrag werd in één keer uitgekeerd. Dat geldbedrag is vervolgens grotendeels door de echtgenoot van Constancia en diens vriend weggesluisd. De mondkapjes zijn nooit geleverd.
Onvoorwaardelijke gevangenisstraf en ontzetting uit het ambt
Het Gerecht is van oordeel dat slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf als passende straf in aanmerking komt. Voor wat betreft de hoogte van die gevangenisstraf is aansluiting gezocht bij de straftoemeting die in fraudezaken normaliter plaatsvindt. Voorts heeft het Gerecht per verdachte gelet op de straf verhogende en straf verlagende omstandigheden. Aan de hand daarvan is het Gerecht, met inachtneming van de lange duur van het onderzoek, gekomen tot oplegging van 20 maanden gevangenisstraf in het geval van Constancia en haar echtgenoot, en 8 maanden gevangenisstraf voor de vriend van de echtgenoot.
In het geval van Constancia legt het Gerecht ook een bijkomende straf op. Zij wordt voor de duur van 5 jaren ontzet uit het recht tot het bekleden van het ambt van minister. De reden daarvoor is dat zij met haar handelen het in haar als minister gestelde vertrouwen ernstig heeft geschonden en haar ambt daardoor in diskrediet heeft gebracht, terwijl zij nog altijd niet tot inkeer is gekomen.
Lees hier de vonnissen:
01 August 2018
Nieuw Procesreglement civiele zaken per 1 augustus 2018
Op 1 augustus 2018 treedt een nieuw procesreglement voor civiele zaken - het Procesreglement 2018 - in werking. Dit aangepaste reglement is door het bestuur van het Gemeenschappelijk Hof vastgesteld op 21 juni 2018.
Ten opzichte van het huidige reglement (het Procesreglement 2016) zijn enige aanpassingen aangebracht (met inhoudelijke verbeteringen in de artikelen 58, 99, 105, 108, 112, 136 III), en zijn bepalingen toegevoegd over toegelaten gemachtigden, buitenlandse advocaten, de behandeling in kort geding en de zittingen in hoger beroep (28a, 28b, 59a, 59b, 100a en 107a).
Download: Procesreglement 2018
Wilhelminaplein 4, Willemstad, Curacao
Algemeen telefoonnr: + (5999) 463 4111